Una vida en tiempo de tango
En begon weer een volgende twintig-uur-durende-busrit richting Buenos Aires. Alleen ditmaal had ze wijn en champagne wat ons beide gelukkig stelde. Buenos Aires is mooi en Europees minded. De eerste dagen vertoefden we rustig kabbelend door haar straatjes, sfeer aftastend zoals je het zou kunnen noemen. We snuffelden boekwinkeltjes af, bezochten het Evitamuseum en om de botten te doen rusten, plaveiden we ons voor de lokale theatervoorstelling lekker in een zeteltje.
En... we spraken af met de local celeb: Juan, die we ontmoet hadden op Machu Picchu trek, bleek blijkbaar mee gespeeld te hebben in ‘Gran Hermano‘ of anders gezegd Big Brother, en in ´una pelicula independente´, we all know what that means ;-).
Zoals elke goede porteño deden we een lang-weekendje naar Uruguay. Uruguay zal onthouden worden als het land van de paardenkar (of hoe het vuilnis in de hoofdstad werd opgehaald) en de mate: UIt elke 10 personen liep er wel eentje rond met zijn mok met een drinkbuisje aan, gevuld met maté en… een thermos met heet water.
Colonia de Sacramento bracht de absolute poef van het leven, of hoe je kon wegzakken in deze oude smokkelaarshaven. Vroeger werden van hier allerlei clandestiene producten de rivier overgestuurd richting Buenos Aires. De vuurtoren torent boven Colonia uit getuigend van een stad vol van legendes en schipbreuken.
De boot voer terug richting de skyline van Buenos Aires en met die stad kwam er ons nog iets in het verschiet, iets waar we allebei al lang naar uitkeken, een geschenkje uit België: Glenn en Babette. Vol ongecontroleerde uitbundigheid (laten we dit vooral toespelen aan Silvie) zaten we te wachten in de hostel toen ze eindelijk met veel trompetgeschal onthaald werden. En dit bracht de reis weer in een stroomversnelling. In de tweede doorgang Buenos Aires, vervoegden we ons bij de doden in de necrópolis van Recoletta, waar een vurig ‘hide and seek’ spelletje begon met het graf van Evita en de camera van Manu, maar uiteindelijk was het Silvie die in deze doolhof van graven, als eerste het graf ontdekten. Geen enkel park ontbreekt een voetzool van het Belgisch kwartet en in de avond gingen we helemaal Porteño opgedressed (Babette ‘s jeans misschien iets minder naast de Hilton garde) naar wat wel een koningszaal geweest moet zijn naar de tango kijken. Maar niet na eerst zelf die eerste danspasjes gezet te hebben. De tangoshow was op zijn minst gezegd een hoogtepunt en een must-see voor iedereen die Buenos Aires bezoekt. Het was gewoon verbluffend en tot diep in de nacht waren we kindjesgewijs aan dromen van die stijlvolle passie.
Boca. De barrio als een bloemveld. De huizen zijn in de meest uiteenlopende vrolijke kleuren geschilderd vlak naast het stadium van een-van-die-meest-fervente-supporters-voetbalclub. Rood, geel, blauw, oranje en groen en het geheel zag er nog steeds aantrekkelijk uit. Van deze wimwam naar het prestieuze teatro Colon, een uiterst stijlvol (hoe kan het ook anders mete en Belgische architect) operagebouw met iets minder verschillende kleuren: tapijtrood en marmetgeel, akoestisch tot een van de beste van de wereld wordt gerekend. Casa Rosada, het presidentsgebouw kon deze stijl niet evenaren, misschien omdat de buitenkant helemaal roos zag.
En dan vertrok onze wijnloze (Silvie had erom gevraagd!) richting Iguazu waar moeder natuur nog maar eens zou bewijzen dat zij het indrukwekkendste is. We kwamen aan in het kleine Puerto Iguazu waar we samen met een resem studenten uit Buenos Aires de ‘sweet hostel’ bevolkten. En het was ook hier dat onze wegen weer kruisten met Aaron Boem Boem Dynamite, onze Zwitser die we hadden leren kennen in Potoshi. Toevallig zou een overdrijving zijn, aangezien we hadden afgsproken, maar we ontmoetten hem wel plotseling in het stadje, zodat onze krachten weer verenigd waren om op te kunnen tegen zulke overweldigende krachten. Meer dan 300 honderd watervallen behelst dit park op de grens tussen Brazilië en Argentinië en wat voor watervallen. Schattige, trotse, wulpse en de 70 meter drops. De legende vertelt dat er elk jaar maagden geofferd werden aan de vurige slangengod, tot op een dag de beeldschone maagd Kiara voor in het hol van de slangengod werd gegooid. Een moedige krijger ging haar redden en samen ontsnapten ze in een kano op de rivier, maar dit wekte zo’n toorn op bij de god, dat hij de rivier deed afklippen, zodat Kiara viel en beneden veranderde in een rots, terwijl de krijger voor eeuwig naar haar moest kijken als een boom op de top van de watervallen. De rustig sluimerende rivier erboven zou het nooit kunnen vermoeden wat haar te wachten staat, maar beneden hoor je de afgrond al van kilometers afstand. En we hebben ze langs alle kanten gezien: van ver, van dichtbij, van links en van rechts, van erboven en... jawel, recht recht eronder. Met een bootje gingen we tot recht onder de waterval en het was zo, zo indrukwekkend. De woorden buitenaards, wonderbaarlijk, bovennatuurlijk en goddelijk kunnen in zulk een beschrijving staan. Doorweekt en volgesponsd konden we terug beginnen uitdrogen om de ‚keel van de duivel‘eens lang boven te aanschouwen.
En van dat ene voetbalgekke land naar het andere: Brazilië waar samba koning is. Onze niet zo vlotte grensovergang, gespijsd met ipod dansen en teenslipperslingeren (een olympische discipline waar je met een zwaai van je voet je flipflops zo ver mogelijk moet wegschotten) kwamen we aan in Foz de Iguazu waar we halsoverkop, de Braziliaanse kant van de watervallen gingen bezoeken. Allereerst was er mist wat ons zo verhoopt groot overzicht danig verpestte, maar met de hulp van wat opklaringen en wat lager gelegen uitkijkpunten was de iets minder indrukkende Braziliaanse kant toch nog de moeite waard om die poncho nog eens aan te trekken en vlak voor de waterval voldrongen te worden door de miezerige nevel.
In de avond testten we dan meteen het Braziliaanse buffet uit, iets wat hier blijkbaar veel meer de gewoonte is in restaurants dan in Europa en het was goed of hoe Silvie bij elke hap van haar watermeloen wegzonk in culinaire dromen. ’s Nachts deed de eerste regen (en meteen onweer) ons terugdenken aan ons eigen landje, maar laten we hopen dat de Pantanal beter weer brengt. Eerst nog even werelds tweede grootste dam bezoeken in Paraguay: been there, done that.
Reacties
Reacties
Wat een schitterend verhaal alweer en wat een mooie foto's! Ik begin te "watertanden" en weg te dromen (en dat zal het ook blijven...) met al dat moois.
Ik wens jullie nog heel fijne laatste dagen daarginds, maar ga toch blij zijn als jullie goed en wel terug zijn.
Kusjes
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}